Uitkering uit een privatief afgesloten verzekering en schadevergoeding uit een verkeersongeval : twee te onderscheiden zaken ?

© Philippe Vansteenkiste

Op 7 juni 2007 deed er zich in de Duitstalige regio van ons land een ernstig verkeersongeval voor. Bij vonnis van 16 december 2008 deed de bevoegde Politierechtbank te Eupen reeds uitspraak over de aansprakelijkheid. Naderhand moest enkel nog uitspraak worden gedaan over de burgerlijke belangen, m.a.w. over de schadevergoeding die aan het zwaargewonde slachtoffer toekwam.

Vooraleer het verkeersongeval zich voordeed had het slachtoffer ten privatieve titel een verzekering afgesloten op basis waarvan hij een uitkering zou ontvangen in geval van verlies van professionele inkomsten. De vraag stelde zich of deze uitkering in mindering diende te worden gebracht bij de begroting van de (economische) schade waarvoor het slachtoffer ingevolge het verkeersongeval een vergoeding claimde. Bij beroepsvonnis van 23 maart 2016 beantwoordde de rechtbank van eerste aanleg te Eupen deze vraag negatief.

De aansprakelijke derde was het hier niet mee eens en tekende cassatieberoep aan. Hij meende hierin een schending van de artikelen 1382 en 1383 BW te ontwaren. Volgens de aansprakelijke derde diende de uitkering door de privatieve verzekeraar tevens ter compensatie van de economische schade waarvoor t.a.v. van hem vergoeding werd gevraagd. De aansprakelijke derde was dus m.a.w. van oordeel dat het slachtoffer geen recht had om voor dezelfde schade nogmaals vergoeding van hem te vorderen.

Met een recent arrest van 18 november 2020 oordeelde het Hof van Cassatie dat dient te worden nagegaan of de uitkering door de privatieve verzekeraar een andere juridische oorzaak heeft dan het verkeersongeval. Deze uitkering mag niet als voorwerp hebben om ook dezelfde schade te vergoeden die de verzekerde lijdt als slachtoffer van een verkeersongeval.

Het slachtoffer had geargumenteerd dat de binnen zijn privatieve verzekering opgetreden “schade” en de uitkering van contractuele aard waren. Het verkeersongeval dat zijn economische schade had veroorzaakt, was daarentegen van buitencontractuele aard. Hij voegde er tevens aan toe dat zijn verzekeringsmaatschappij afstand had gedaan van haar subrogatierecht tegen de aansprakelijke derde. Zij kon dus zelf de uitbetaalde uitkering niet meer op deze laatste verhalen.

Het Hof van Cassatie volgde deze argumentatie uiteindelijk niet. De uitkering die het slachtoffer reeds had ontvangen uit zijn privatieve verzekering had aldus het hof effectief tot voorwerp de economische schade te vergoeden die een gevolg was van het verkeersongeval. Deze had dus dezelfde juridische oorzaak.

Kortom, heeft u ten privatieve titel een verzekeringspolis afgesloten tegen inkomstenverlies dan passeert u geen twee keer langs de kassa. De uitkering uit deze polis zal in mindering worden gebracht van de vergoeding die u wegens economische ongeschiktheid kan claimen van de voor een schadegeval aansprakelijke derde.

Overzicht >

// Deel dit bericht